Inspraak en participatie
In het Actieplan Burgerparticipatie 2016-2020 (RIS 297284) staan de visie en doelen voor het ontwikkelen van burgerparticipatie beschreven. Onderscheid is daarbij gemaakt tussen beleidsbeïnvloedende participatie en zelfsturende burgerparticipatie. Bij beleidsbeïnvloedende participatie worden bewoners betrokken bij de ontwikkeling (beleidsparticipatie) en uitvoering (uitvoeringsparticipatie) van beleid. Bewoners kunnen hierbij op verschillende niveaus participeren (zie onderstaande tabel + toelichting ). Bij zelfsturende burgerparticipatie nemen bewoners zelf het heft in handen om hun leefomgeving te verbeteren.
Het actieplan Burgerparticipatie 2016-2020 (RIS 297284) is de uitwerking van de Hoofdlijnenbrief Burgerparticipatie. Via zes actielijnen wordt de komende jaren ingezet om burgerparticipatie te ontwikkelen met als doel:
- Toename van betrokkenheid van burgers bij vraagstukken in de wijk en stad;
- Toename van ervaren zeggenschap en eigenaarschap over de wijk;
- Toename van de waardering voor de sociale en fysieke leefomgeving;
- Toename trots op de wijk en de stad.
De raad heeft via schriftelijke vragen het college verzocht te rapporteren over de toepassing van de inspraak- en participatieverordening (RIS170138). Het college heeft in april 2013 bij de beantwoording van deze schriftelijke vragen (RIS256157) toegezegd om hierover jaarlijks te rapporteren in de programmarekening (RIS256157), omdat versterking van participatie in brede zin een speerpunt is. Het nieuwe college heeft van beleidsparticipatie een belangrijke prioriteit gemaakt. Bij elk beleidsvoorstel dat naar de gemeenteraad gaat is opgenomen of er sprake is (geweest) van een participatieproces en in welke vorm. In de programmarekening wordt jaarlijks (kwantitatief) gerapporteerd hoe vaak welk participatieniveau toegepast is.
Tabel met overzicht inspraak- en participatietrajecten 2019
Aantal inspraaktrajecten (N=) | 26 | ||||
Totaal aantal participatietrajecten (N=) | 118 | Raadplegen | Adviseren | Coproduceren | Meebeslissen |
Waarvan participatieniveau (n/N) | 84 | 14 | 7 | 13 |
Toelichting op tabel: definitie inspraak en participatieniveau (op basis van inspraak- en participatieverordening 2012 (RIS 170138).
Inspraak | inspraakgerechtigden de mogelijkheid geven om hun mening over een gemeentelijk beleidsvoornemen kenbaar te maken |
Raadplegen | het gelegenheid geven aan belanghebbenden en/of belangstellenden om ideeën, wensen en meningen naar voren te brengen of voorkeuren aan te geven die bij de beleidsvorming worden betrokken; |
Adviseren | het vragen aan belanghebbenden om binnen vooraf gestelde kaders een gezamenlijk antwoord te geven op een door een bestuursorgaan geformuleerde vraag |
Coproduceren | het door gemeente en belanghebbenden in gezamenlijk overleg ontwikkelen van een plan met inachtneming van vooraf meegegeven kaders |
Meebeslissen | het gelegenheid geven aan belanghebbenden om binnen een vooraf aangegeven kader een bindende keuze te maken uit ten minste twee alternatieven |
In vergelijking met 2018 zien we in 2019 een vergelijkbaar beeld in het totaal aantal inspraak- en participatietrajecten. Het niveau raadplegen blijft het meest gebruikte participatietraject (84), adviseren heeft 14 maal plaatsgevonden, coproduceren 7 maal en trajecten voor meebeslissen zijn in 2018 13 maal voorgekomen.
Bewonersparticipatie is ook regelmatig toegepast op trajecten in de openbare ruimte. De stadsdelen hebben in de uitvoeringsplannen 2019 per activiteit aangegeven op welk participatieniveau er met de bewoners wordt overlegd over investeringen in welzijn en leefomgeving. Aangezien het hier vaak om kleinere uitvoeringstrajecten gaat binnen bestaande budgetten, vindt geen besluitvorming in de raad plaats. Om deze reden vallen deze trajecten buiten het toepassingsgebied van de verordening en zijn ze ook niet in dit overzicht opgenomen.