Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid
Coördinerend portefeuillehouders: Kavita Parbhudayal / Bert van Alphen / Martijn Balster
Beoogd maatschappelijk effect
Zorg is voor dit college maatwerk en we organiseren die waar mogelijk laagdrempelig, dus kleinschalig en in de wijk. Onder het motto: voorkomen is beter dan genezen, zet dit college stevig in op preventie en vroegsignaleren. In Den Haag worden de inwoners met een hulpvraag centraal gesteld. Waarbij altijd de vraag wordt gesteld wat kan u zelf en waar moet de gemeente u bij helpen. Met deze zinnen begint het voorwoord van Gezond en Veerkrachtig: beleidsplan Zorg, Jeugd en Volksgezondheid Den Haag 2019-2022 (RIS 303812). Dit beleidsplan is het kader voor actieprogramma's waarmee deze thema's in de zorg concreet worden uitgewerkt.
Hiermee willen we het volgende bereiken:Iedere Hagenaar kan rekenen op de zorg of ondersteuning die zij of hij nodig heeft.
- De Haagse jeugd groeit veilig en gezond op en ontwikkelt zijn of haar talenten.
- Bevorderen dat iedereen in Den Haag meetelt en meedoet.
- Bewaken en bevorderen van de gezondheid van Hagenaars.
- Haagse inwoners behouden regie over hun leven.
Onderstaand volgt allereerst de meerjarige context waar wij binnen dit programma mee te maken hebben. Ten eerste de stijgende zorgvraag zowel bij Veilig thuis, Wmo, Jeugdhulp als Maatschappelijke opvang. Vervolgens de structurele aanpak om de meerkosten te beheersen. En ten slotte de financiële ontwikkeling door de jaren heen; van een situatie van onderbesteding naar sinds een aantal jaren meerkosten.
Belangrijkste resultaten in 2019
Stijgende zorgvraag
In Den Haag is de zorgvraag toegenomen. Het aantal Wmo meldingen bij de uitvoeringsorganisatie Jeugd en maatschappelijke ondersteuning (JMO) en bij Veilig Thuis is in 2019 met respectievelijk 30% en 21% gestegen, afgezet tegen 2018. In onderstaande grafieken komen deze toenamen tot uitdrukking.
Grafiek 1: Aantal meldingen JMO 2018-2019
Grafiek 2: Aantal meldingen Veilig Thuis 2018-2019
Daarnaast is het beroep op de voorzieningen toegenomen. Onderstaande 2 overzichten laten zien dat het aantal indicaties voor voorzieningen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het aantal jeugdigen per voorziening in 2019 meestal hoger was dan in de periode ervoor. Halverwege 2019 is de gemeente gestart met het realiseren van aanvullende besparingen om de kosten verder te beheersen, waarbij de passende ondersteuning en zorg geborgd blijft. We zien dat vanaf de tweede helft van 2019 de tot dan toe stijgende lijn voor sommige Wmo-voorzieningen stabiliseert en soms zelfs daalt.
Grafiek 3: Aantal indicaties Wmo voorzieningen 2018-2019
Bij onderstaande grafiek over het aantal jeugdigen per voorziening zien we vooral een toename bij de GGZ en de ambulante jeugdhulp.
Grafiek 4: Aantal jeugdigen per voorziening 2018-2019
Meer maatschappelijke opvang
In 2019 was verder sprake van een aanzienlijke stijging van het gebruik van de maatschappelijke opvang. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende onlangs dat het aantal daklozen in Nederland in de afgelopen 10 jaar is verdubbeld naar 40.000; het aantal jongere daklozen is zelfs verdrievoudigd. Er is sprake van een stijging met 10.000 daklozen in de laatste 2 jaar. Verder is er een grote toename van het aantal gezinnen dat zich meldt bij het loket. Met name het aantal verlengingen van de nachtopvangpassen is zorgelijk. Het aantal cliënten dat lang in de opvang zit, is ook explosief gestegen. Onderstaande tabel geeft de problematiek weer.
De huisvestings- en daklozenproblematiek kan niet langer alleen aan de gemeenten worden overgelaten. De rijksoverheid moet de regie pakken.
Financiële krapte Wmo en Jeugdhulp
De stijgende zorgvraag brengt toenemende kosten met zich mee. Iedereen in Den Haag verdient immers goede en betaalbare zorg. Jong of oud, rijk of arm, gezond of ziek. We hebben iedere Haagse bewoner de zorg gegeven die hij of zij nodig heeft.
Sinds 2015 worden de resultaten binnen dit programma beïnvloed door de grote organisatorische en financiële gevolgen van de omvangrijke decentralisaties van maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg van de rijksoverheid en provincies naar gemeenten, inclusief een bezuiniging. Bij jeugdhulp gaat het om alle jeugdzorg, waaronder gesloten jeugdhulp, jeugdbescherming (voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering en geestelijk gezondheidszorg en gespecialiseerde jeugdhulp. Bij de Wmo gaat het voornamelijk om gewijzigde taken voor beschermd wonen, hulp bij het huishouden en begeleiding (maatwerkarrangementen). De decentralisaties hebben landelijk en ook in Den Haag geleid tot tekorten op de Wmo en de jeugdhulp.
Aanpak financiële problemen
Om de financiële problematiek binnen dit programma te beheersen, is in 2019 werk gemaakt van de transformatie van de Wmo en de jeugdhulp. Hoe ziet die aanpak eruit? We ontschotten en pakken de problematiek in samenhang en integraal aan. We zetten stevig in op preventie, vroegtijdig signaleren en toegankelijkheid. We bieden jeugdhulp, zorg en ondersteuning laagdrempelig en dichtbij huis aan. Door wijkgericht op een slimme manier algemene voorzieningen met duurdere maatwerkvoorzieningen én formele zorgstructuren met informele structureren te verbinden, zorgt de gemeente voor zo licht mogelijke passende zorg voor iedereen die dat nodig heeft.
Er is in 2019 vooral ingezet op de volgende onderwerpen:
· Aanpak tekorten Wmo en jeugdhulp
In 2019 is hard gewerkt aan het verder in kaart brengen van de aard, oorzaken en omvang van de kosten op de Wmo en de jeugdhulp en het inventariseren van besparingen om die terug te dringen. In de rekeningencommissie wordt regulier gerapporteerd over de voortgang hiervan (RIS 302133 en RIS 303663). De belangrijkste besparingen voor 2019 hadden onder andere betrekking op: passende ondersteuning en zorg, meer inzicht in wat een voorziening kost door wijkteams en het intensiveren van de aanpak tegen misbruik en oneigenlijk gebruik.
Het Rijk heeft het afgelopen jaar € 15,3 mln. voor de jeugdhulp beschikbaar gesteld. Het Rijk laat onafhankelijk onderzoek doen in hoeverre de groeiende vraag naar jeugdhulp en GGZ een ‘boeggolf’ is. Van buiten programma 8 is in 2019 incidenteel € 28 mln. bijgedragen voor de aanpak van de tekorten Wmo en jeugdhulp en het restant is gevonden binnen programma 8. In 2019 is gewerkt aan het verder in kaart brengen van de aard, oorzaken en omvang van de kosten op de Wmo en de jeugdhulp en het inventariseren van besparingen om die terug te dringen. In de rekeningencommissie wordt regulier gerapporteerd over de voortgang hiervan (RIS302133 en RIS303663).
In de begroting 2020 kunt u verder lezen hoe de verwachte meerkosten de komende jaren worden aangepakt en via welke verbeterlijnen dit gebeurt.
· Transformatie uitvoeringsorganisatie Jeugd/Wmo
De toegang tot de Wmo is in de tweede helft van 2018 georganiseerd in de vorm van 15 Wmo-wijkteams. In 2019 is de uitvoeringsorganisatie Jeugd en maatschappelijke ondersteuning JMO verder doorontwikkeld. Hiermee is een volgende stap gezet met het integraal en wijkgericht werken.
In totaal zijn er inmiddels 20 jeugdteams op stadsdeelniveau actief. Daarnaast kent Den Haag een aantal stedelijke teams met een specifieke taak: 2 voortgezet onderwijs-teams, 1 persoonsgebonden budget-team, 1 stedelijk team risicogroepen, 1 veilig verder-team voor huishoudens (met en zonder kinderen) waarbij sprake is van huiselijk geweld, het daklozenloket en 1 team regisseurs JMO.
· Innovatie: zorg- en beleidsvernieuwing
Op zowel Wmo als jeugdhulp stimuleren we als gemeente innovatie om betere zorg tegen lagere kosten te realiseren. Voor de jeugdhulp doen we dat in lijn met het landelijk programma Zorg voor de jeugd. Er zijn in 2019 projecten uitgevoerd om de innovatie in de jeugdhulp te stimuleren, zoals klantreizen, verzoeken om toewijzing, de pilot Infant Mental Health en het maatwerklab jeugd en jeugdhulp in gezinsvormen. In deze projecten is aandacht voor verschuiving van zware naar lichtere vormen van hulp, ruimte voor de professional. Bijvoorbeeld het opleiden van professionals van de centra voor jeugd en gezin, goede regie en het stimuleren van samenwerking tussen jeugdhulpaanbieders.
Voor de Wmo is de insteek: langer zelfstandig wonen met behulp van zorgtechnologie. In 2019 is het actieplan Zorg en innovatie (RIS 303214) opgesteld. Doel: via innovatieve oplossingen en initiatieven het beroep op duurdere professionele zorg verminderen. Daar werken we als gemeente met onze partners aan: inwoners, ondernemers, zorgketenpartners, zorgaanbieders en onderwijs- en kennisinstellingen.
Terugblik 2015 t/m 2019
In onderstaande tabel wordt voor de financieel omvangrijke taken binnen dit programma de gerealiseerde budgetten en lasten over de periode 2015-2019 weergegeven. Over de verwachte meerkosten in 2019 is in de 4- en 8 maandsrapportage (RIS 302701 en RIS 303584) gerapporteerd.
De meerkosten zijn, zonder eerder genoemde aanpak, grotendeels structureel. In de tabel is daarom eveneens zichtbaar wat het resultaat is vóór als ná incidenteel verstrekte bijdragen van het Rijk en buiten het programma.
In het hoofdstuk “wat heeft het gekost” wordt nader ingegaan op de kostenontwikkeling in 2019, en ten opzichte van 2018.
Begroting vs. resultaat (in € mln.) | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Wmo-voorzieningen | |||||
Begroting | 130 | 125 | 114 | 119 | 144 |
Wv. Integratie-uitkering – rijksgeld | 100 | 87 | 87 | 89 | n.v.t.[1] |
Wv. Incidentele bijdrage buiten programma (vanaf 2018) | 23 | ||||
Realisatie | 118 | 115 | 118 | 136 | 149 |
Resultaat Wmo VOOR incidentele bijdragen | -27 (N) | ||||
Resultaat Wmo NA incidentele bijdragen | 12 (V) | 10 (V) | -4 (N) | -16 (N) | -4 (N) |
Jeugdhulp | |||||
Begroting | 155 | 155 | 151 | 167 | 170 |
Wv. Integratie-uitkering – rijksgeld | 112 | 120 | 122 | 129 | 17[2] |
Wv. incidentele bijdrage buiten programma (vanaf 2018)1 | 11 | 5 | |||
Wv. Incidentele extra bijdrage van het Rijk | 15 | ||||
Realisatie | 150 | 143 | 164 | 178 | 174 |
Resultaat Jeugdhulp VOOR incidentele bijdragen | -21 (N) | -24 (N) | |||
Resultaat Jeugdhulp NA incidentele bijdragen | 5 (V) | 12 (V) | -13 (N) | -10 (N) | -4 (N) |
Beschermd wonen | |||||
Begroting | 72 | 77 | 74 | 85 | 88 |
Wv. Integratie-uitkering (rijksgeld/Gemeentefonds) | 68 | 71 | 73 | 78 | 84 |
Realisatie | 73 | 73 | 72 | 82 | 82 |
Resultaat Beschermd wonen | 1 (N) | 4 (V) | 2 (V) | 3 (V) | 6 (V) |
Overig | |||||
Begroting | 126 | 98 | 99 | 81 | 106 |
Realisatie | 119 | 95 | 93 | 80 | 103 |
Resultaat | 7 (V) | 3 (V) | 5 (V) | 1 (V) | 3 (V) |
Totaal begroot | 484 | 456 | 437 | 453 | 508 |
Totaal realisatie | 460 | 427 | 447 | 475 | 508 |
Totaal resultaat VOOR incidentele bijdragen | 23 (V) | 29 (V) | -10 (N) | -32 (N) | 45 (N) |
Totaal resultaat NA incidentele bijdragen | 23 (V) | 29 (V) | -10 (N) | -22 (N)[3] | 0 |
[1] Per 2019 is de integratie-uitkering voor het sociaal domein onderdeel van de algemene uitkering in het gemeentefonds.
[2] Zie vorige voetnoot. De € 17 mln. heeft betrekking op voogdij 18+ en de Gesloten jeugdzorg.
[3] Het negatieve resultaat over 2018 is met middelen van buiten het programma bij begroting 2019 aangezuiverd.