Beleidsverantwoording

Onderwijs

Reserves, voorzieningen en investeringen

Samenstelling programma (obv gerealiseerde lasten incl. dotaties aan reserves

€ 140,3 mln.

Samenstelling dekkingprogramma (obv gerealiseerde baten incl. ontrekkingen aan reserves)

€ 140,3 mln.

Wat heeft het gekost?

Financiële verantwoording op hoofdlijnen

 

Bedragen x € 1.000

Uitkomst 2019

Actuele begroting 2019

Resultaat 2019

Ontwerp begroting 2019

Uitkomst 2018

Lasten

140.279

141.016

737

V

140.470

137.269

Baten

53.369

54.110

741

N

51.415

56.186

Saldo exclusief reserves

86.910

N

86.906

N

4

N

89.055

N

81.083

N

Dotaties aan reserves

0

0

0

-

0

3.400

Onttrekkingen aan reserves

547

3.500

2.953

N

5.800

4.455

Saldo inclusief reserves

86.363

N

83.406

N

2.957

N

83.255

N

80.028

N

Lasten
Bijna de helft van het budget voor onderwijs is besteed aan onderwijsachterstandenbeleid en taal (€ 62 mln.). Ruim een kwart van het totale budget gaat naar schoolgebouwen (€ 41 mln.).

Baten
Het grootste deel van de begroting betreft gemeentelijke middelen. Ongeveer een derde van de begroting (35%) is afkomstig van het Rijk.

Afwijkingen ten opzichte van 2018
De lasten waren in 2019 € 3,0 mln. hoger dan in 2018. Dit komt voornamelijk doordat er in 2018 sprake was van een onderuitputting. De baten waren in 2019 € 2,8 mln. lager dan in 2018. Dit komt door de afloop van de Rijksregeling Onderwijsachterstandenbeleid.

In 2019 vonden voor circa € 4 mln. lagere onttrekkingen en vrijval plaats van reserves dan in 2018. Dit betrof de reserve voor de asbestregeling onderwijshuisvesting (2018 was het laatste jaar) en de reserve voor multifunctioneel gebruik schoolgebouwen. In 2019 was sprake van een lagere realisatie doordat de uitvoering en de declaratie van de kosten over meerdere jaren gespreid kan plaatsvinden en niet elk jaar een gelijk bedrag betreft. In 2019 vond een lagere dotatie plaats aan de reserve voor energetische verduurzaming van schoolgebouwen, omdat er minder budget was.

Resultaat
Het nadelige financiële resultaat op dit programma bedraagt in 2019 € 3,0 mln. Wat zijn de belangrijkste oorzaken?

  • De middelen voor lerarentekort (€ 1 mln.) en de Regiodeal Den Haag Zuidwest (€ 0,1 mln.) zijn door het Rijk pas gedurende het uitvoeringsjaar ter beschikbaar gesteld, waardoor verwerking in de begroting niet kon plaatsvinden.
  • Er is € 2,1 mln. nadeel als gevolg te hoge overcommittering bij onderwijsachterstandenbeleid. Deze overcommittering bestond uit een inschatting van de vrijval van subsidies uit eerdere jaren en het anticiperen op beschikbare subsidies die niet volledig worden aangevraagd. Overcommittering was een aanbeveling van de Rekeningencommissie (RIS302576).
  • Er is € 0,9 mln. voordeel als gevolg projecten onderwijshuisvesting.
  • Er is € 0,8 mln. nadeel bij leerlingenvervoer als gevolg van toenemend gebruik (stijging 14%), niet verrekenbare hogere btw (van 6% naar 9%) en incidentele lasten voor onder andere jeugdwetvervoer en harmonisatie doelgroepenvervoer.

Waar bestaan de kosten uit?

Financiële verantwoording per activiteit

Onderwijshuisvesting

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

40.348

70

40.278

N

Begroot 2019

40.817

28

40.789

N

Resultaat

469

V

42

V

511

V

Onderwijshuisvesting (onderwijsbeleid en leerlingzaken)

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

-116

635

751

V

Begroot 2019

3.198

3.578

380

V

Resultaat

3.314

V

2.943

N

371

V

Toelichting op lasten en baten
Van de uitgaven aan onderwijshuisvesting betrof € 23 mln. het vastgoedbeheer, € 5 mln. het exploitatiedeel van het onderwijshuisvestingsprogramma, € 10 mln. de diverse vaak wettelijk verplichte taken zoals de onroerende zaakbelasting, huren en klokuurvergoedingen sport en € 3 mln. overige kosten waaronder salarissen.

Toelichting financieel resultaat                   €0,9 mln. V/I

Er is per saldo een voordelig resultaat van € 0,9 mln. gerealiseerd dat bestaat uit de volgende onderdelen:

- Een voordeel van € 0,4 mln. op de vergoeding huren. Schoolbesturen kunnen bij de gemeente een vergoeding declareren voor het huren van schoolgebouwen die in eigendom zijn van derden. Schoolbesturen hebben niet het volledige bedrag voor huren over 2018 gedeclareerd binnen de geldende termijnen.

- Vrijval exploitatielasten oude jaren (balanspost): voordeel € 0,2 mln.

- Overig: voordeel € 0,3 mln.

- De onttrekkingen van de reserves is € 2,9 mln. lager dan begroot. Bij de reserve multifunctioneel gebruik gaat het om € 2,6 mln. In 2020 gaan er nog verschillende projecten van start, die in de jaren daarna gedeclareerd worden. Bij de reserve duurzame huisvesting gaat het om € 0,3 mln. Het subsidieloket voor aanvragen voor duurzame huisvesting is medio 2019 geopend. De komende jaren vinden de aanpassingen aan schoolgebouwen plaats en wordt er gedeclareerd. In 2020 wordt er voor beide reserves een verlengingsvoorstel gedaan.

Leerlingenvervoer

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

               6.263

                    2

               6.261

 N 

Begroot 2019

               5.461

                   -  

               5.461

 N 

Resultaat

                    802

 N 

                    2

 V 

                   800

 N 

Toelichting op lasten en baten
Aan leerlingenvervoer is dit jaar € 6,3 mln. besteed, waarvan € 4,5 mln. voor ingekocht vervoer bij de
contractpartners Noot en RMC.

Toelichting financieel resultaat                           € 0,8 mln. N/I en S

Leerlingenvervoer                                               € 0,8 mln. N/ I en S

Dit nadelig resultaat is voor € 0,35 mln. incidenteel en wordt veroorzaakt door eenmalige extra kosten voor jeugdwetvervoer (opstarten projectorganisatie) en extra personele inzet voor harmonisatie van het doelgroepenvervoer en digitalisering van het leerlingenvervoer. Voor € 0,45 mln. is dit resultaat structureel. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal deelnemende leerlingen met 14%, doordat kinderen verder moeten reizen naar speciaal onderwijs omdat scholen voor speciaal onderwijs geen plek hebben en door stijging van het btw-percentage (niet verrekenbaar) van 6% naar 9%.

Leerlingzaken

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

6.385

2.790

3.596

N

Begroot 2019

6.660

3.116

3.544

N

Resultaat

275

V

326

N

52

N

Toelichting op lasten en baten
Van de totale uitgaven van € 6,4 mln. betreft € 3,6 mln. uitgaven voor de eigen organisatie (leerplicht) uit gemeentelijke middelen en € 2,8 mln. voor uitgaven die van het Rijk zijn ontvangen.

Onderwijsachterstandenbeleid en taal

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

62.384

43.979

18.406

N

Begroot 2019

59.738

43.479

16.259

N

Resultaat

2.646

N

500

V

2.147

N

Toelichting op lasten en baten
De € 62,4 mln. aan uitgaven voor onderwijsachterstandenbeleid en taal betreft: ongeveer € 10,7 mln. voor de wettelijk verplichte gemeentelijke peutertoeslag, € 25,7 mln. voor bestrijding van onderwijsachterstanden in het primair onderwijs, € 11,5 mln. voor voldoende aanbod van kwalitatief goede voorschoolse educatie, € 1,8 voor regie op onderwijsachterstandenbeleid, € 7,5 mln. voor volwasseneneducatie en taalketenaanpak, € 2,3 mln. voor onderwijs-jeugdzorgarrangementen en schoolmaatschappelijk werk en € 2,9 mln. voor overige kosten, voornamelijk apparaat.

Toelichting financieel resultaat                  € 2,1 mln. N/I

Onderwijsachterstandenbeleid                     € 2,1 mln. N/I

Om de middelen voor onderwijsachterstanden zo efficiënt en effectief mogelijk in te kunnen zetten, is de aanbeveling van de Rekeningencommissie (RIS302576) ter harte genomen en is het middel overcommittering ingezet. Er is geanticipeerd op het feit dat niet alle beschikbare subsidies worden aangevraagd en dat er subsidies uit oude jaren vrijvallen. Deze inschatting is te hoog gebleken en heeft geleid tot een nadeel van € 2,1 mln.

De middelen doelgroepenregistratie zijn begroot bij kinderopvang maar uitgegeven bij onderwijsachterstandenbeleid. Dit leidt in de realisatie tot hogere baten en hogere lasten van € 0,7 mln.

Stedelijk onderwijsbeleid en projecten

Bedragen x €1.000

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

19.236

92

19.144

N

Begroot 2019

18.341

125

18.216

N

Resultaat

895

N

33

N

928

N

Toelichting op lasten en baten
Er is in 2019 € 19,2 mln. uitgegeven aan activiteiten die betrekking hebben op stedelijke onderwijs en projecten. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld:

  • Circa € 16 mln. voor subsidies en opdrachten, te weten:
    € 1,2 mln. voor de conciërgeregelingen, € 1,9 mln. voor inzet op voldoende en bekwame leraren, € 1,7 mln. voor schoolbegeleiding, € 0,7 mln. voor burgerschap, € 1,6 mln. voor middelbaar en hoger onderwijs, € 1,7 mln. voor taalketenaanpak en volwasseneneducatie, € 1,8 mln. voor de brede buurtschool inclusief zaterdag- en zomerschool, verlengde schooldag en studieondersteuning in het voortgezet onderwijs, € 1,9 mln. voor onderwijs jeugdzorgarrangementen en schoolmaatschappelijk werk, € 1,6 mln. voor arbeidstoeleiding, circa € 1,4 mln. voor tegengaan voortijdig schoolverlaten en € 0,5 mln. voor regie;
  • € 2,2 mln. voor schoolzwemmen;
  • € 1,0 mln. voor de overige activiteiten van het stedelijk onderwijsbeleid.

Toelichting financieel resultaat                  € 1,0 mln. N/ I

Stedelijk onderwijsbeleid en projecten                  € 1,1 mln. N/ I

Een negatief resultaat van € 1,1 mln. wordt veroorzaakt door activiteiten gericht op het lerarentekort (€ 1 mln.) en de activiteiten die onderdeel vormen van de Regiodeal gemeente Den Haag Zuid West (€ 0,1 mln.). Het Rijk heeft hier pas na de zomer van 2019 geld voor beschikbaar gesteld. De bijdrage van het Rijk wordt verrekend in de resultaatbestemming.

Overig                              € 0,2 mln. V/ I   

Kinderopvang

 Bedragen x €1.000 

Lasten

Baten

Saldo

Uitkomst 2019

               5.779

           6.348

                   569

 V 

Begroot 2019

               6.801

           7.284

                   483

 V 

Resultaat

               1.022

 V 

              936

 N 

                    86

 V 

Toelichting op lasten en baten
Van de bestedingen van € 5,8 mln. betreft € 1,8 mln. de kosten van toezicht op de kinderopvangen, € 1,3 mln. de kosten van handhaving en het register en € 2,8 mln. vastgoedbeheer.

Toelichting financieel resultaat                     € 0,1 V/I  

Kinderopvang                                 € 0,1 mln. V/ I

De middelen doelgroepenregistratie zijn begroot bij kinderopvang maar uitgegeven bij onderwijsachterstandenbeleid. Dit leidt in de realisatie tot lagere baten en lagere lasten van € 0,7 mln.

Overig                                    € 0,1 mln. V/I

 

bedragen x € 1.000

Reserves

Begin

Uitkomst 2019

Begroting 2019

Saldo

Mutaties

Eindsaldo

Mutaties

Eindsaldo

Afwijking

Reserve Duurzame Huisvesting Onderwijs

9.049

-189

8.860

-500

8.549

311

Reserve Multifunctioneel gebruik schoolgebouwen

7.859

-357

7.502

-3.000

4.859

2.643

Totaal

16.908

-546

16.362

-3.500

13.408

2.954

Duurzame huisvesting
In 2019 waren de onttrekkingen € 0,3 mln. lager dan begroot. De subsidie voor cofinanciering van energiebesparende maatregelen loopt van 2019 tot en met 2022. Subsidies kunnen tot 2 jaar na toekenning worden afgerekend. In 2019 zijn er vooral kosten gemaakt voor energiescans.
In 2020 wordt een voorstel gedaan om de reserve te verlengen.

Multifunctioneel gebruik schoolgebouwen
Er is een inzet van € 3 mln. begroot. Hiervan is € 0,4 mln. gerealiseerd. De realisatie bleef in 2019 achter bij de begroting doordat de toegekende projecten in meerdere jaren uitgevoerd mogen worden. In 2020 gaan nog meerdere nieuwe trajecten van start, die in de jaren daarna worden afgerekend. In 2020 wordt een voorstel gedaan om de reserve te verlengen.

bedragen x € 1.000

Investeringen MIP

Uitkomst 2019

Begroting 2019

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Totaal

Derden/
Voorz.

Gem.
aandeel

Economisch nut:

Kinderopvang

1.841

1.841

2.003

2.003

Onderwijshuisvesting Openbaar basisonderwijs (vastgoed)

0

0

329

329

Onderwijshuisvesting Activiteiten en projecten stedelijk onderwijsbeleid

197

197

5.956

5.956

Onderwijshuisvesting Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs

0

0

235

235

Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder basisonderwijs

12.663

12.663

17.262

17.262

Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder speciaal voorgezet onderwijs

0

0

232

232

Onderwijshuisvesting openbaar en bijzonder voorgezet onderwijs

5.513

5.513

14.802

14.802

Totaal

20.214

0

20.214

40.819

0

40.819

De realisatie is € 20 mln. lager dan begroot. Dat heeft de volgende oorzaken:

  • In de begrote investeringen is een bedrag van € 5,6 mln. opgenomen aan incidentele middelen in het oude coalitieakkoord (2018). Dit bedrag is beschikbaar gesteld als compensatie voor de gestegen bouwkosten en de kosten van duurzaam bouwen en is onderdeel van het investeringsniveau in het Programma Onderwijshuisvesting 2019. Deze investeringen komen de komende jaren tot realisatie. In het MIP is dit bedrag echter volledig in het jaar 2019 begroot. Dit leidt tot een verschil van € 5,6 mln. tussen begroting en realisatie.
  • De start van de bouw van de Europese School Rijnlands Lyceum aan de Oostduinlaan is vertraagd door de aanwezigheid van vleermuizen. Dit leidt tot een verschil van € 4 mln.
  • Verschillende projecten zijn wel gerealiseerd maar de declaratie wordt later ontvangen dan verwacht. Dit leidt tot een verschil van € 5,3 mln.
  • De bouw van de Galvanischool aan de Galvanistraat ligt stil als gevolg van een faillissement van de aannemer. Dit leidt tot een verschil van € 1,3 mln.
  • Door een mislukte dan wel foutieve aanbesteding is vertraging opgetreden in de gezamenlijke nieuwbouw voor de Pastoor van Ars, De Oase en de Hofstad Mavo aan de Donker Curtiusweg en de Waalse Louise de Colignyschool aan de Ametishorst. Dit leidt tot een verschil van € 1,6 mln.
  • De bouw van de Helen Parkhurst Daltonbasisschool aan de Baambruggestraat vorderde sneller dan verwacht. De declaraties zijn € 2,2 mln. hoger dan begroot.
  • In algemene zin wordt gesteld dat begrote verdeling van investeringen naar jaarschijven een inschatting is gebaseerd op aannames. De begroting wordt 9 maanden voor aanvang van het betreffende jaar opgesteld. Hierdoor kan in de begroting geen rekening worden gehouden met actuele inzichten en ontstaan er verschillen tussen jaarschijven.