Wat heeft het gekost?
Financiële verantwoording op hoofdlijnen
Toelichting op de samenstelling van de lasten in 2019
Het totale programma Werk en Inkomen omvat € 608,9 mln. Binnen het programma wordt 68% besteed aan bijstandsverleningen en inkomensvoorzieningen (€ 415,6 mln.). De overige activiteiten bestaan uit de re-integratie en participatie activiteiten inclusief sociale werkvoorziening (€ 116,7mln.). en het gemeentelijk minima-en schuldenbeleid (€ 76,5mln.).
Toelichting op de samenstelling van de dekking in 2019
De activiteiten op dit programma worden hoofdzakelijk gedekt uit de rijksbijdrage voor de bijstandsverleningen € 365,3 mln. (60%) en een bijdrage uit de algemene middelen € 199,9 mln. (32%).
Bedragen x € 1.000 | ||||||||||
Uitkomst 2019 | Actuele begroting 2019 | Resultaat 2019 | Ontwerp begroting 2019 | Uitkomst 2018 | ||||||
Lasten | 603.854 | 603.596 | 258 | N | 597.580 | 621.807 | ||||
Baten | 401.939 | 395.515 | 6.425 | V | 365.617 | 397.000 | ||||
Saldo exclusief reserves | 201.915 | N | 208.082 | N | 6.167 | V | 231.963 | N | 224.807 | N |
Dotaties aan reserves | 5.000 | 5.000 | 0 | - | 0 | 1.378 | ||||
Onttrekkingen aan reserves | 9.839 | 12.000 | 2.161 | N | 6.000 | 3.750 | ||||
Saldo inclusief reserves | 197.075 | N | 201.082 | N | 4.006 | V | 225.963 | N | 222.435 | N |
Toelichting op het financiële resultaat van programma Werk en Inkomen
Het programma Werk en Inkomen sluit af met een resultaat van € 4.0 mln. voordelig ten opzichte van de begroting. De belangrijkste resultaten hiervoor zijn:
- € 3,6 mln. voordelig cluster 2 inkomen; ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is het voordeel € 9,6 mln. (als gevolg van een coalitiebesluit is € 5,9 mln. tussentijds uitgenomen voor andere doeleinden)
- € 1,6 mln. voordelig cluster 1a Werk- werkgelegenheidsprojecten. De voornaamsteredenen hiervoor zijn:
- De inzet van de vegers is achtergebleven bij de doelstelling. Dit heeft zijn oorzaak o.a. in het matchen van kandidaten en werkplekken en vaststellen van de loonwaarde. Aangezien het beschikbare budget geoormerkt is voor de inzet en begeleiding voor deze doelgroep is een incidenteel voordeel ontstaan van € 0,9 mln.
- Diverse kleine posten die optellen tot een incidenteel voordeel van € 0,4 mln.
- € 0,5 mln. nadelig cluster 1a Werk- Intensiveren Uitstroom Bijstand
o Het Werkoffensief +500 is in 2019 begonnen, echter was er niet vanaf het begin sprake van een volledige bezetting. Dit zorgde ervoor dat niet alle begrote middelen volledig zijn uitgeput, hierdoor is er een lagere onttrekking benodigd uit de bestemmingsreserve van ca. € 1 mln.
- € 1,1 mln. nadelig cluster 1b sociale werkvoorziening
o Dit bestaat nagenoeg geheel uit de betaalde transitiekostenvergoeding in 2019 waarvoor in 2020 een compensatie voor kan worden aangevraagd bij het UWV. Transitiekostenvergoeding betreft een aanpassing van het ontslagrecht in de private wet- en regelgeving. Dit houdt in dat na twee jaar ziekteverzuim het dienstverband kan worden beëindigd waarbij een SW-medewerker recht heeft op een transitiekostenvergoeding.
Toelichting op majeure afwijkingen ten opzichte van de uitkomst van vorig jaar
De lasten en dotaties aan reserves zijn ten opzichte van 2018 met € 14,6 mln. gedaald. De grootste afwijkingen t.o.v. 2018 worden verklaard door:
- Werkgelegenheidsprojecten € 6,3 mln. daling. Dit wordt veroorzaakt door:
o lagere personele lasten van € 2,0 mln. door met name minder gebruik te maken van externe inzet.
o de taskforce is in 2019 opgeheven, in 2018 is er € 1,5 mln. besteed.
o Afbouw/beëindiging van projecten zoals leerwerkmakelaar, het ambacht, wijktrainee, schroeder v/d Kolk etc. € 1,0 mln.
o de afname van de beschikbare STiP middelen en plekken wat resulteert in € 1,0 mln. lagere realisatie.
o minder gebruik van de toolbox voorzieningen wat resulteert in € 0,8 mln., lagere lasten.
- Stijging van de lasten intensiveren uitstroom bijstand € 8,9 mln.
o In 2019 is het Werkoffensief pas van start gegaan en is er een bestemmingsreserve ingesteld met als doel de 18 mln. beschikbaar te houden voor Werkoffensief. Daarbij is zowel een dotatie van 5 mln. in de bestemmingsreserve budgettair verwerkt en zijn 4,0 mln. aan lasten gerealiseerd.
- Daling van de lasten Participatievoorzieningen € 6,9 mln. Het financiële beeld van deze activiteit verschilt per jaar vanwege incidentele dekking voor specifieke activiteiten:
o De lasten voor de pilot Inburgering/SamenHaags bedroegen in 2018 € 5,3 mln. inclusief de aanloopkosten. De lasten in 2019 zijn € 1,0 mln.
o Vanwege de afbouw van het programma statushouders zijn de lasten in 2019 € 1,0 mln. in plaats van € 1,9 mln. in 2018
o Tot slot zijn de lasten voor reguliere participatie activiteiten gedaald met € 1,3 mln.
- Daling van de lasten Inkomensvoorzieningen € 8,9 mln.
- Deze daling is het gevolg van een afname van het aantal uitkeringen (€ 8,4 mln.) en loonkostensubsidies (€ 0,5 mln.).
De baten en de onttrekkingen aan de reserves zijn ten opzichte van 2018 met € 10,9 mln. toegenomen. De grootste afwijkingen t.o.v. 2018 worden verklaard door: :
- Stijging baten Inkomensvoorzieningen € 8,4 mln.
o Het BUIG budget nam in 2019 met € 7,8 mln. toe en ook de vangnetuitkering van het Rijk was € 1,6 mln. hoger. De overige baten waren € 1,0 mln. lager dan in 2018.
- Intensiveren uitstroom bijstand € 4,0 mln.
Werkoffensief +500; voor de periode 2019-2022 heeft het College 18 mln. beschikbaar gesteld voor de +500. Om de middelen te behouden voor dit programma is besloten om hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen. In de begroting is dit zichtbaar aan de batenkant als een onttrekking van de reserve van ca. 4,0 mln.
Waar bestaan de kosten uit?
Financiële verantwoording per activiteit
Cluster 1a Werk
Werkgelegenheidsprojecten | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 47.194 | 8.605 | 38.589 | N | ||
Begroot 2019 | 49.902 | 9.670 | 40.233 | N | ||
Resultaat | 2.709 | V | 1.065 | N | 1.644 | V |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is aan werkgelegenheidsprojecten € 47,2 mln. besteed. Dit bestaat voornamelijk uit reguliere uitstroom (€ 34,8mln.), STiP (€ 9,6 mln.) en gesubsidieerde arbeid (€ 2,8 mln.). De baten bestaan uit onttrekking uit de reserve voor werkgelegenheidsprojecten voor STiP € 7,0 mln., ontvangsten van € 2,4 mln. omtrent ESF subsidie, en € 0,3 mln. overige baten.
Toelichting financieel resultaat Werkgelegenheidsprojecten SZW € 1,6 mln. V
Buurtserviceteams € 0,9 mln. V/I
Het budget voor de inzet van vegers is in 2019 niet volledig benut waardoor € 0,9 mln. van de in totaal € 5,2 mln. niet is ingezet. Dit overschot is ontstaan omdat er minder vegers (circa 206) zijn ingezet dan het budget toelaat (260). Het beschikbare geld is geoormerkt voor de inzet en begeleiding van kandidaten, waardoor het niet besteedbare deel van € 0,9 mln. is vrijgevallen.
Diverse overige posten baten en lasten € 0,7 mln. V/I
€ 0,7 mln wordt met name verklaard aan de lastenkant door diverse kleinere posten. .
Participatievoorzieningen | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 3.109 | 267 | 2.841 | N | ||
Begroot 2019 | 3.425 | 494 | 2.931 | N | ||
Resultaat | 316 | V | 226 | N | 90 | V |
Toelichting op lasten en baten
Binnen Participatievoorzieningen zijn naast de lasten voor de reguliere dienstverlening tevens de lasten voor de pilot Inburgering (SamenHaags) en de begeleiding van statushouders opgenomen. Voor reguliere dienstverlening bedraagt dit € 1,1 mln., voor SamenHaags € 1,0 mln. en voor Statushouders € 1,0 mln. In 2019 is tevens incidenteel een baat ontvangen vanwege een subsidie voor de intensieve begeleiding van statushouders.
Toelichting financieel resultaat Participatievoorzieningen € 0,1 mln. V/I
Overig – vrijval subsidie voorgaande jaren en overige lasten € 0,1 mln. V/I
Intensiveren Uitstroom Bijstand | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 8.989 | 3.989 | 5.000 | N | ||
Begroot 2019 | 9.487 | 5.000 | 4.487 | N | ||
Resultaat | 498 | V | 1.011 | N | 513 | N |
Toelichting op lasten en baten
Het coalitieakkoord bevat de ambitie om vanaf 2019-2022 jaarlijks 500 mensen meer aan het werk te krijgen. Vanwege het feit dat op 1 januari geen sprake was een volledige bezetting, is er sprake van onderbesteding op het apparaat van € 0,5mln. Aan de batenkant is een lagere onttrekking gerealiseerd dan begroot. Het verschil, € 1,0 mln., zal terugvloeien in de bestemmingsreserve.
Cluster 1b. Sociale werkvoorziening
Sociale werkvoorziening | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 57.400 | 24.954 | 32.446 | N | ||
Begroot 2019 | 55.941 | 24.613 | 31.328 | N | ||
Resultaat | 1.459 | N | 341 | V | 1.119 | N |
Toelichting op lasten en baten
De lasten op deze activiteit hebben voor 85% betrekking op loonkosten voor doelgroepmedewerkers en voor 15% op de infrastructuur van de sociale werkvoorziening. De baten bestaan voor 97% uit bedrijfsopbrengsten van uitgevoerde orders en voor 3% uit subsidies.
Toelichting financieel resultaat Sociale werkvoorziening € 1,1 mln. N/I
Het resultaat van de lasten voor de sociale werkvoorziening is in 2019 € 1,5 mln. nadelig uitgevallen omdat zich twee risico’s (afname WSW i.r.t. rijksbijdrage en transitievergoeding SW) hebben voorgedaan welke zijn benoemd in paragraaf 4.2 in de begroting 2019-2022. Door het sluiten van betere contracten, verhogen van de tarieven door indexering en daarbij sturen op hogere productiviteit is het resultaat van de baten met € 0,3 mln. hoger dan begroot. Daarmee is het resultaat voor de sociale werkvoorziening € 1,1 mln. negatief.
Loonkosten WSW € 0,2 mln. N/I
De daling van de rijksbijdrage voor de WSW verloopt sneller dan de afname van het aantal WSW-ers.
Dit is een onderkend risico en als zodanig ook opgenomen in de risicoparagraaf van de gemeente Den Haag. In 2019 is hiervoor incidenteel € 2,3 mln. beschikbaar gesteld.
Bij de septembercirculaire van 2019 is nog eens aanvullend € 0,2 mln. beschikbaar gesteld door het rijk dit is nog niet verwerkt in het resultaat. Met deze maatregelen komt het resultaat op de loonkosten WSW voor het jaar 2019 uiteindelijk uit op € 0.
Transitievergoedingen WSW € 1,1 mln. N/I
Transitiekostenvergoeding betreft een aanpassing van het ontslagrecht in de private wet- en regelgeving. Dit houdt in dat na twee jaar ziekteverzuim het dienstverband kan worden beëindigd waarbij een SW-medewerker recht heeft op een transitiekostenvergoeding. Ook dit is een erkend risico en als zodanig opgenomen in de risicoparagraaf van de gemeente Den Haag. In 2019 is hiervoor een bedrag van
€ 1,1 mln. uitgekeerd. De compensatieregeling is van toepassing op de betaalde transitievergoedingen, waarmee het resultaat naar verwachting in 2020 op dit onderdeel gereduceerd kan worden naar € 0.
Overig € 0,1 mln. N/I
De coalitie heeft extra middelen voor frictiekosten beschikbaar gesteld. Deze zijn volledig benut. Het overige tekort van € 0,1 mln. negatief wordt opgevangen door hogere realisatie in de baten. Zie hieronder.
Realisatie baten € 0,3 mln. V/I
De realisatie van de baten is enigszins hoger dan begroot ( € 0,3 mln. positief). Dit is een resultante van hogere productiviteit en een verhoging van de tarieven op een aantal contracten i.v.m. indexering.
Cluster 2 Inkomen
Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 415.552 | 365.259 | 50.293 | N | ||
Begroot 2019 | 412.720 | 358.808 | 53.912 | N | ||
Resultaat | 2.832 | N | 6.451 | V | 3.619 | V |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is aan inkomensvoorzieningen € 415,5 mln. besteed. Dit bestaat uit uitkeringslasten (€ 366,7 mln.), loonkostensubsidies (€ 14,7 mln.), en apparaatslasten (€ 34,1 mln.). De baten bestaan uit de Gebundelde Uitkering Participatiewet (BUIG; € 340,1 mln.), de vangnetuitkering 2018 (€ 12,8 mln.) en gemeentelijke baten (€ 11,8 mln.).
Toelichting financieel resultaat Inkomen € 3,6 mln. V
Lasten € 2,9 mln. N
Uitkeringslasten € 5,2 mln. N/I
In Den Haag is het aantal bijstandsuitkeringen in 2019 met 3,9% gedaald van 25.114 naar 24.139. Het gemiddeld aantal uitkeringen kwam met 24.692 uitkeringen 0,5% hoger uit dan begroot. De gerealiseerde prijs per uitkering is 0,7% hoger dan begroot en kwam uit op € 14.794. De hogere prijs is voornamelijk het gevolg van een verhoging van de uitkeringsnorm (WML) per 1-7-2019. De hogere prijs is gecompenseerd in de verhoging van het rijksbudget. Daarnaast was sprake van lagere kosten voor zelfstandigen € 0,2 mln.
Loonkostensubsidies € 2,5 mln. V/I
Het aantal loonkostensubsidies in lager dan begroot waardoor een voordeel van € 2,5 mln. is ontstaan. Bij de Stip-banen zijn door de vervanging van kandidaten banen tijdelijk niet is ingevuld waardoor een voordeel van € 0,9 mln. is ontstaan. Daarnaast is sprake van een voordeel van € 1,0 mln. door een lagere realisatie bij beschut werken en deel van € 0,6 mln. bij de vegers.
Overig € 0,2 mln. N/I
Diverse apparaatslasten zorgden dit jaar voor een incidenteel nadeel van € 0,2 mln.
Baten € 6,5 mln. V
Gebundelde Uitkering Participatiewet (BUIG) € 7,1 mln. V/I
Het Rijk heeft de Gebundelde Uitkering (BUIG) in oktober verhoogd met € 3,1 mln. als gevolg van aanpassingen in de raming van de prijs en het volume van de uitkeringen. Dit bedrag is onderverdeeld in € 6,2 mln. voor de prijs en € -3,1 mln. voor het volume. In de begroting was juist rekening gehouden met een budget daling als gevolg van lagere volumes.
Vangnetuitkering € 0,2 mln. N/I
De in 2019 toegekende vangnetuitkering over het jaar 2018 is conform de aanvraag vastgesteld op
€ 12,8 mln. Dit is € 0,2 mln. lager dan de inschatting bij de begroting als gevolg van correcties bij de jaarrekening.
Overige baten € 0,4 mln. N/I
Deze baten hebben betrekking op gemeentelijke vorderingen. Hierbij heeft ook afschrijving plaatsgevonden van verjaarde vorderingen. Afgelopen jaar zijn alle vorderingen gecontroleerd op verjaring. Dit naar aanleidingen van de uitspraak van de CRvB over een verjaarde vordering in Rotterdam. Vorderingen die verjaard bleken zijn direct beëindigd en betrokkenen zijn hierover geïnformeerd.
Gemeentelijk minimabeleid | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 51.988 | 2.902 | 49.087 | N | ||
Begroot 2019 | 52.606 | 2.620 | 49.986 | N | ||
Resultaat | 618 | V | 282 | V | 900 | V |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is voor € 37,4 mln. aan bijzondere bijstand verleend, € 7,8 mln. aan de Ooievaarspas besteed, €2,3 mln. aan de overige armoederegelingen (met name de regeling chronisch zieken) en €4,5 mln. aan apparaatslasten.
De baten bestaan voor €1,2 mln. uit terugbetaalde leningen in het kader van de bijzondere bijstand, €1,0 mln. uit een eenmalige bijdrage van de zorgverzekeraars uit het egalisatiefonds, €0,6 mln. uit bijdragen van Leidschendam-Voorburg en Rijswijk voor het gebruik van de Ooievaarspas en voor €0,1 mln. uit baten in het kader van de wet op de lijkbezorging.
Toelichting financieel resultaat Minimabeleid € 0,9 mln. V
Beschermingsbewind € 0,5 mln. N/S
De kosten voor financiële transacties zijn in 2019 € 0,5 mln. hoger dan begroot. Dit komt vooral doordat de kosten voor beschermingsbewind wederom zijn gestegen. In de begroting was uitgegaan van gelijkblijvende uitgaven in 2019 ten opzichte van vorig jaar maar de stijging van de uitgaven heeft zich doorgezet. Dit komt doordat er weer meer burgers beschermingsbewind hebben toegewezen gekregen door de rechter. Daarnaast is ook sprake van een lichte stijging van de prijs per traject.
Aanvulling uitwonende jongeren € 0,3 mln. V/S
Voor deze regeling geldt dat de uitgaven vanaf 2019 onder de activiteit Inkomen vallen. Van oudsher stond hier nog wel € 0,3 mln. budget voor gereserveerd binnen het minimabeleid. De meerjarenbegroting zal hier op aangepast worden.
Voorzieningen voor woningen € 0,3 mln. V/S
Het aantal aanvragen voor deze voorziening is, na in het verleden ingezette daling als gevolg van veranderde regelgeving, verder gedaald. De daling was groter dan verwacht. De pilot huisraad heeft hier nauwelijks invloed op gehad.
Individuele Inkomens Toeslag € 0,2 mln. N/S
De hogere lasten worden volledig veroorzaakt door de toename van het aantal toegekende aanvragen (466). Dit betekent een stijging van ca. 2%. Er lijkt vooral sprake te zijn van een stijging van het aantal toekenningen aan mensen die geen bijstandsuitkering ontvangen.
Ooievaarspas € 0,2 mln. V/S
In 2019 is minder gebruik gemaakt van de Ooievaarspas dan verwacht. De uitgaven voor de Ooievaarspas (excl. apparaatslasten en promotie en communicatie) laten, op totaalniveau, in vergelijking tot 2018 een redelijk stabiel beeld zien.
Financieel resultaat overige regelingen € 0,1 mln. V/S
Optelsom resultaten overige armoederegelingen zoals Collectieve Ziektekostenverzekering, Regeling Chronisch zieken, subsidies en Noodopvang.
Apparaatslasten € 0,4 mln. V/S
De apparaatslasten zijn lager uitgevallen dan begroot. Dit komt omdat er minder personeelslasten zijn gemaakt dan begroot. De afdeling waar onder andere de aanvragen voor de armoederegelingen worden afgehandeld heeft minder personeel nodig gehad door een daling van het totaal aantal af te handelen aanvragen. Door veranderingen bij ondersteunende afdelingen konden daar enige tijd vacatures niet vervuld worden, dit heeft ook tot minder uitgaven geleid.
Baten € 0,3 mln. V/I
Het voordeel wordt veroorzaakt door een incidentele bijdrage van de zorgverzekeraars uit het egalisatiefonds (€ 1,0 mln.). Daarnaast vallen ook de bijdragen van de randgemeenten voor de Ooievaarspas hoger uit dan begroot (€ 0,2 mln.), dit omdat nu ook de apparaatslasten door deze gemeenten, naar rato worden betaald én het toegenomen gebruik door de bewoners van deze gemeenten. Hier staat tegenover dat de baten, voortvloeiend uit het terug betalen van leningen in het kader van de bijzondere bijstand € 0,9 mln. lager uitvallen dan gepland. Dit heeft vooral te maken met het afnemend gebruik van de regeling voorzieningen voor woningen waardoor er minder leningen in dit kader worden terugbetaald.
Kinderopvang ivm sociaal/medische indicatie | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 1.782 | 32 | 1.751 | N | ||
Begroot 2019 | 1.420 | 90 | 1.330 | N | ||
Resultaat | 363 | N | 58 | N | 421 | N |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is € 1,6 mln. uitgegeven aan kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie. De overige lasten zijn gemaakt voor kinderopvang voor wettelijke doelgroepen en apparaatslasten.
Toelichting financieel resultaat Kinderopvang € 0,4 mln. N/I
In 2019 is € 0,5 mln. meer aan kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie uitgegeven dan begroot. In het verleden zijn maatregelen genomen om de uitgaven te beperken. Dit heeft tot een daling van de uitgaven van € 0,9 mln. ten opzichte van 2018 geleid. De lasten voor kinderopvang voor wettelijke doelgroepen en apparaatslasten vielen in 2019 € 0,1 mln. lager uit dan begroot.
Bijzondere hulpverlening huisvesting | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 114 | - | 114 | N | ||
Begroot 2019 | 112 | - | 112 | N | ||
Resultaat | 2 | N | - | 2 | N |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is, conform de begroting, € 0,1 mln uitgegeven aan noodopvang voor gezinnen.
Schuldhulpverlening | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 13.792 | 390 | 13.403 | N | ||
Begroot 2019 | 13.563 | 527 | 13.036 | N | ||
Resultaat | 230 | N | 138 | N | 367 | N |
Toelichting op lasten en baten
In 2019 is voor € 13,4 mln. besteed aan schuldhulpverlening, waarvan € 8,5 mln. aan curatieve en
€ 4,9 mln. aan preventieve schuldhulpverlening.
Toelichting financieel resultaat Schuldhulpverlening € 0,4 mln. N/I-S
Jongerenperspectieffonds (JPF) € 0,2 mln. N/S
In 2019 zijn de werkzaamheden met betrekking tot het Jongeren Perspectieffonds verder uitgebreid. Bij het opstellen van de begroting 2019 was het effect van het contract nog niet bekend.
Doorbelasting apparaat € 0,2 mln. N/I
Op de doorbelasting van het apparaat zit een negatief resultaat van € 0,2 mln.
Kredietfaciliteiten GKB | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 635 | 4.890 | 4.255 | V | ||
Begroot 2019 | 494 | 4.951 | 4.457 | V | ||
Resultaat | 141 | N | 61 | N | 202 | N |
Toelichting op lasten en baten
Onder dit product worden de rentebaten en rentelasten van de kredietbank (inclusief hypotheken en Pandhuis) geboekt.
Toelichting financieel resultaat Kredietfaciliteiten GKB € 0,2 mln. N/I
Hypotheken € 0,2 mln. N/I
Het aantal verstrekte hypotheken is in 2019 gestegen. Maar omdat het rentepercentage is gedaald vallen de renteopbrengsten lager uit.
Financiële hulpverlening | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 2.593 | 323 | 2.270 | N | ||
Begroot 2019 | 3.007 | 500 | 2.507 | N | ||
Resultaat | 414 | V | 177 | N | 237 | V |
Toelichting op lasten en baten
De uitgaven voor Financiële Hulpverlening bedragen in totaliteit € 2,3 mln. Dit bestaat uit het verlenen van sociale kredieten voor € 0,3 mln., de activiteiten onder het Pandhuis voor € 0,8 mln., bewindvoering voor € 0,8 mln. en het verstrekken van hypotheken en overige onroerend goed- financiering voor € 0,4 mln. Deze uitgaven zijn exclusief de rentebaten en lasten. Deze worden op de activiteit Kredietfaciliteiten GKB verantwoord.
Toelichting financieel resultaat Financiële Hulpverlening € 0,2 mln. V/I
Doorbelasting apparaat € 0,2 mln. V/I
Door tijdelijke vacatureruimte is er een onderschrijding ontstaan bij dit product.
Advies, informatie en sociaal juridische diensten | Bedragen x €1.000 | |||||
Lasten | Baten | Saldo | ||||
Uitkomst 2019 | 5.705 | 167 | 5.538 | N | ||
Begroot 2019 | 5.919 | 242 | 5.678 | N | ||
Resultaat | 214 | V | 75 | N | 140 | V |
Toelichting op lasten en baten
De Uitgaven voor Advies, informatie en sociaal juridische diensten bedragen € 5,6 mln. Dit bedrag is onder te verdelen in € 3,3 mln voor sociale raadslieden en € 2,4 mln voor sociaal casemanagement.
bedragen x € 1.000 | ||||||
Reserves | Begin | Uitkomst 2019 | Begroting 2019 | |||
Saldo | Mutaties | Eindsaldo | Mutaties | Eindsaldo | Afwijking | |
Bestemmingsreserve werkgelegenheidseffecten | 15.425 | -5.850 | 9.575 | -7.000 | 8.425 | 1.150 |
Bestemmingsreserve Werkoffensief +500 | - | 1.011 | 1.011 | - | - | 1.011 |
Totaal | 15.425 | -4.839 | 10.586 | -7.000 | 8.425 | 2.161 |
Bestemmingsreserve werkgelegenheidseffecten (STIP)
Er is in 2019 vanuit de intensivering uitstroom bijstand (+500) geïnvesteerd in doorstroom vanuit STiP, dat heeft er toe geleid dat er vanuit STiP ongeveer 200 mensen zijn doorgeleid naar een reguliere baan. Hierdoor is in de tijd ruimte ontstaan tussen de doorstroom en de nieuw aanvulling. Gevolg hiervan is dat een gedeelte van de STiP middelen geherfaseerd moet worden om aan de bestuurlijke verplichtingen te kunnen voldoen. Met de mutatie in de bestemmingsreserve wordt hier aanvulling aan gegeven.
Bestemmingsreserve Werkoffensief +500
Om de door het college beschikbare middelen voor het Werkoffensief +500 te oormerken is er in 2019 gekozen om een specifieke bestemmingsreserve aan te maken. De dotatie en onttrekking zijn in de programmabegroting opgenomen (€ 5 mln. bij de baten en € 5 mln. bij de lasten). Door een onderbesteding bij het Werkoffensief wordt er in 2019 minder onttrokken uit de reserve.
bedragen x € 1.000 | ||||||
Voorzieningen | Begin | Uitkomst 2019 | Begroting 2019 | |||
Saldo | Mutaties | Eindsaldo | Mutaties | Eindsaldo | Afwijking | |
Voorziening PWV | 57 | -47 | 10 | 0 | 57 | -47 |
Voorziening Non-actieven | 1.596 | -377 | 1.219 | -200 | 1.396 | -177 |
Totaal | 1.653 | -424 | 1.229 | -200 | 1.453 | -224 |
De voorziening Non-actieven dient ter financiering van de WW-lasten.
Door een hoger aantal instromers in de WW (en WW+) is de dotatie aan de voorziening hoger dan begroot.
bedragen x € 1.000 | ||||||
Investeringen MIP | Uitkomst 2019 | Begroting 2019 | ||||
Totaal | Derden/ | Gem. | Totaal | Derden/ | Gem. | |
Economisch nut: | ||||||
Investeringen in productieplatform Haeghe Groep | 248 | 248 | 0 | 0 | ||
248 | 0 | 248 | 0 | 0 | 0 |
Het betreft hier twee investeringen. De eerste is een verbouwing ter verbetering van de akoestiek in het magazijn van de Haeghe Groep. De tweede betreft het aanschaffen van een afvulmachine.