BBV - en andere paragrafen

Financiering

Externe ontwikkelingen

De Nederlandse economie groeide in 2019 met 1,7%, maar de groei daalde t.o.v. 2018 (2,6%). De economie vertraagt vanwege een mondiale groeiafzwakking door het Amerikaans handelsbeleid en in mindere mate Brexit. De economische groei in de eurozone was in 2019 1,1% (2018: 1,9%). De inflatie in Nederland in 2019 was met 2,7% een stuk hoger dan in 2018 (1,6%). Dit kwam met name door een verhoging van het lage btw-tarief in januari 2019 en de hogere energiebelasting. De inflatie in de eurozone bedroeg in 2019 1,2% (2018: 1,5%).

Macro-economische cijfers Nederland 2019 en 2018

Jaargemiddelden in procenten

2019

2018

Reële groei BBP*

1,7

2,6

Inflatie (%)*

2,7

1,6

(Refi)rente (ECB)%**

0,0

0,0

3-maands rente**

-0,4

-0,3

10-jaars rente staat**

-0,1

0,4

*   gegevens o.b.v. Centraal Economisch Plan (CEP maart 2020)
 **   stand ultimo 2019

Renteontwikkelingen geldmarkt (leningen met een looptijd korter dan of gelijk aan één jaar)
De korte marktrentes zijn laag (minus 0,4%-0,5%). De Europese Centrale Bank (ECB) voerde in 2019 een ruim monetair beleid. De ECB houdt haar beleidsrente (refi) vanaf maart 2016 op 0% en de depositorente is negatief (minus 0,5%). De ECB houdt de rente laag om de economische groei en inflatie in de eurozone te verhogen. De inflatie mag op het door de ECB nagestreefde niveau van 2% staan, de kerninflatie ligt op circa 1%. Onderliggend is de inflatiedruk dus beperkt.

Renteontwikkelingen kapitaalmarkt (leningen met een looptijd langer dan één jaar)
De Nederlandse lange rentes en andere rentestanden in de Eurozone zijn in 2019 gedaald vanwege de afkoeling van de wereldeconomie. In de zomer stond de 10-jaars Nederlandse staatsrente op een historisch dieptepunt van minus 0,58%. Eind 2019 stond deze rente op minus 0,15% (eind 2018: plus 0,40%). Sinds de zomer was sprake van een stijgende trend.

Interne financiering
Kortlopende interne financiering (langer dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen).

Langlopende interne financiering (langer dan 1 jaar)
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Voor het begrotingsjaar 2019 is de omslagrente bepaald op 1,5%. In 2019 is € 26,6 mln. aan rente toegerekend en verantwoord in de diverse beleidsprogramma’s. De gemiddelde betaalde rente over 2019 over het geleende geld is 1,92% en is exclusief de doorverstrekkingen aan derden op 1,76%. De steeds verder dalende lange rente heeft een positief effect op de gemiddelde rente van de leningenportefeuille.  

Het onderstaande wettelijke renteschema geeft inzicht in de berekening van de omslagrente

Renteschema (* 1.000)

Jaarrekening 2019

Begroting 2019

A

Externe rentelasten over de korte en lange financiering

29.827

27.963

B

Externe rentebaten over de korte en lange financiering

-/-

(14.228)

(14.638)

C

Saldo rentelasten en rentebaten

15.599

13.325

Rente grondexploitaties

-/-

(2.200)

(2.247)

Rente projectfinanciering

-/-

(4.168)

(4.168)

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

9.231

6.910

D1

Toegerekende rente over eigen vermogen

8.987

10.302

D2

Toegerekende rente over vreemd vermogen

2.369

2.680

E

Totaal toe te rekenen rente

20.587

19.892

Toegerekende omslagrente

26.560

26.748

F

Renteresultaat 

5.973

6.856

Inzet renteresultaat aan algemene middelen

(5.973)

(6.856)

De boekwaarde van de activa die integraal worden gefinancierd bedraagt per 1 januari 2019 € 1,77 mld. (begroot € 1,78 mld.). In 2019 bedroeg het toegerekende rentepercentage is 1,17% (€ 20.560/1,77 mld.). Op begrotingsbasis 1,12%. Er heeft geen nacalculatie van de rente plaatsgevonden omdat de afwijking binnen de door de BBV toegestane afwijking blijft. Een lagere rentetoerekening is gemeentebreed neutraal. Een lagere rente leidt tot een lagere last bij de activiteiten, maar ook tot een even grote lagere baat binnen het programma Financiën.

De toegerekende rente over het eigen vermogen is conform staande afspraken betrokken bij de toevoeging aan de voorziening negatieve plannen en de dekking van de apparaatskosten van  programma Stadsontwikkeling.