Beleggingen en overtollige middelen
2a Gecontracteerde beleggingen
Beleggingen (x € 1 mln.) | Restant per ultimo 2019 |
Obligaties | 112 |
Belegging Meewind | 10 |
Totaal | 122 |
Obligaties
Dit betreffen de obligaties in voormalig Fonds Uiver. De boekwaarde van de obligaties van circa € 112 mln. plus de opgelopen rente eind december 2019 van circa € 81 mln. komt uit op circa € 193 mln., terwijl de marktwaarde eind december 2019 circa € 228 mln. bedraagt. Dit houdt in dat bij eventuele verkoop op dit moment € 35 mln. boekwinst zal worden behaald. Daar staat tegenover dat de gemeente de jaarlijkse renteopbrengst niet meer zal ontvangen gedurende de komende 12 jaar van totaal € 38 mln. In 2019 is één obligatie contractueel vervallen.
Belegging Meewind
Meewind is een fonds waarmee particulieren, overheden en bedrijven participeren in duurzame energieprojecten. De gemeente Den Haag heeft vanaf 2009 een participatie in subfonds Zeewind met een boekwaarde van € 9,7 mln., dat is een groot windmolenpark op het Belgische gedeelte van de Noordzee. De marktwaarde van Meewind bedroeg op 31 december 2019 € 12,8 mln.
Voorziening belegging obligaties en belegging Meewind
De belegging bestaat uit gekochte obligaties van banken met een zeer goede tot goede kredietwaardigheid. In de portefeuille kan een risico ontstaan, wanneer gedurende de looptijd de kredietwaardigheid van een van de banken waarin is belegd, onder druk komt te staan of neerwaarts wordt bijgesteld. Mogelijk ontstaat daardoor het risico van koersverlies bij verkoop. Dit risico wordt door de beheerder van deze portefeuille (ASR Vermogensbeheer) als klein beschouwd. Daarom is er geen voorziening getroffen.
Voor de belegging in het windmolenpark Meewind is een voorziening getroffen, conform de Basel II-norm, van € 0,8 mln.
Overige uitzettingen
Overige uitzettingen (x € 1 mln.) | Restant per ultimo 2019 |
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten | 0,2 |
Startersregeling Ik Bouw Betrouwbaar (IBB) | 0,1 |
Totaal | 0,3 |
Om een impuls te geven aan de Haagse woningmarkt heeft de gemeente Den Haag van 1 maart 2014 tot 1 maart 2015, startersleningen verstrekt. Na afloop van de looptijd van de leningen wordt het uitstaande bedrag terugontvangen. Om de zelfbouw voor lagere inkomens toegankelijk te maken is de gemeente Den Haag gestart met de Startersregeling Ik Bouw Betaalbaar (IBB), waarbij gebruik is gemaakt van een bestaande formule van de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (Svn Na afloop van de looptijd van de leningen wordt het uitstaande bedrag terugontvangen. De IbbStarterslening valt onder de Nationale Hypotheekgarantie (NHG), waardoor geen risicovoorziening getroffen hoeft te worden.
2b Korte liquiditeiten
Betalingsproces
Net als de BNG Bank heeft de gemeente Den Haag zich georiënteerd op het nieuwe protocol dat de banken in staat stelt om informatie veilig uit te wisselen met andere organisaties. De gemeente overweegt dit protocol in te zetten voor de automatische uitwisseling van betalingsopdrachten en rekeninginformatie. Alle Haagse bronsystemen, die hierop aangesloten moeten worden, zijn in kaart gebracht.
Liquiditeitspositie 2019
Het gehele jaar 2019 had de gemeente een toegestaan liquiditeitstekort, variërend van circa € 35 mln. tot circa € 485 mln. Het gemiddelde liquiditeitstekort was € 228 mln. tegen een gemiddeld rentepercentage van minus 0,37%. In de begroting 2019 is uitgegaan dat gemiddeld € 257 mln. aan tijdelijke liquiditeitstekorten kortlopend zou worden opgenomen tegen gemiddeld minus 0,30%. Per 31 december 2019 was het liquiditeitstekort circa € 471 mln. Dit tekort is voornamelijk gefinancierd met 13 kortlopende leningen van in totaal € 477 mln. tegen een gemiddeld rentepercentage van minus 0,38%. Bij punt 2c van deze paragraaf wordt het renteresultaat toegelicht.
Schatkistbankieren
De gemeente is vanaf december 2013 gebonden aan de regels van het schatkistbankieren. Doordat de gemeente Den Haag in 2019 geen tijdelijke overtollige middelen had, was schatkistbankieren niet nodig.
Renterisico financiering korte termijn
Het risico op kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar) wordt beperkt door de kasgeldlimiet (uit de Wet financiering decentrale overheden, Wet fido). De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kortlopend mag lenen. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal en is voor 2019 € 206 mln. Een overschrijding van de kasgeldlimiet is twee kwartalen achter elkaar toegestaan. In onderstaande grafiek is de netto vlottende schuld aangegeven in relatie tot de kasgeldlimiet.
Door de zeer lage korte rente in 2019 is het liquiditeitstekort in 2019, met inachtneming van de kasgeldlimiet, zoveel mogelijk kort gefinancierd (rekening-courantkrediet en kasgeld). Hierdoor heeft de gemeente maximaal geprofiteerd van de lage (en zelfs negatieve) korte rente.
2c Resultaat
Rente/beleggingsresultaat
Onderstaand een overzicht van de grootste resultaten op de rente en beleggingen:
Omschrijving (x € 1.000,=) | Realisatie 2019 | Actuele Begroting 2019 | Resultaat 2019 |
Rente geldmarktleningen | 875 | 771 | 104 |
Langlopende leningenportefeuille opgenomen gelden | (26.476) | (26.443) | (33) |
Langlopende leningenportefeuille uitgezette gelden | 5.428 | 5.451 | (23) |
Interne leningen aan diensten (omslagrente) | 27.302 | 27.423 | (121) |
Beleggingen (Obligaties en Meewind) | 9.234 | 8.053 | 1.181 |
Dividenden | 29.213 | 29.547 | (334) |
TOTAAL | 45.576 | 44.802 | 774 |
In de begroting 2019 is ervan uitgegaan dat gemiddeld € 257 mln. kortlopend zou worden geleend tegen gemiddeld minus 0,30%. In werkelijkheid is gemiddeld € 228 mln. geleend tegen gemiddeld minus 0,374%.
Voor de opgenomen langlopende leningen heeft de gemeente in 2019 € 26,5 mln. betaald tegen een gemiddelde rente van 1,92%. Voor de uitgezette langlopende leningen aan derden heeft de gemeente in 2019 € 5,4 mln. ontvangen tegen een gemiddelde rente van 3,81%.
Uit de belegde obligaties (rentepercentage 4,62%) is € 7,2 mln. aan rente ontvangen en is aan beheerfee € 0,1 mln. betaald. Voor de belegging Meewind is € 2,0 mln. (begroot € 0,8 mln.) aan dividend ontvangen. De afsluitprovisie voor de destijds afgesloten derivaten, circa 0,01% rente, is verdisconteerd in de contractuele rendementen.
De gemeente heeft in 2019 € 29,2 mln. dividend ontvangen omdat de gemeente aandeelhouder is van een aantal vennootschappen. Voor een toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Verbonden partijen en programma 15 – Financiën.