Toelichting op de balans

2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen (€157,7 mln.)
Onder de balanspost vorderingen op openbare lichamen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:

Belastingdienst (€ 122,7 mln.)
De grootste vordering op deze balanspost betreft het BTW Compensatiefonds over 2019 van € 122,7 mln. Het bedrag van het BTW Compensatiefonds over 2019 wordt op 1 juli 2020 ontvangen.

Gemeenschappelijke Regeling (GR) GGD en Veilig Thuis Haaglanden (€ 2,9 mln.)
In december 2019 is een vordering ingebracht op de Gemeenschappelijke Regeling (GR) GGD en Veilig Thuis. ad €0,8 mln. betreffende afrekeningen boekjaar 2019. Voor het resterende bedrag zijn in 2019 vorderingen ingebracht op omliggende Gemeenten in het kader van GGD werkzaamheden, voor een bedrag van € 21 mln., en op het Rijk.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) (€ 9,7 mln.)
Betreft voornamelijk vorderingen met betrekking tot het project Rotterdamse Baan voor € 5,7 mln., voorboekingen voor Netwerk Randstadrail voor € 2,3 mln. en reclame-opbrengsten 2019 voor
€ 1,0 mln.

Ministerie van SoZaWe (€ 13,3 mln.)
Vorderingen inzake Vangnetregeling 2018 (€ 12,8 mln.) en de regeling Bijstand Besluit Zelfstandigen   (€0,5 mln.).

Overige posten (€ 9,1 mln.)
Naast de eerder genoemde vorderingen bestaat het restantbedrag uit een aantal kleine posten, waarvan het grootste bedrag een vordering betreft op het Rijk m.b.t. Gemeentefonds van € 4,8 mln. De verrekening van het Gemeentefonds over 2017 t/m 2019 is inmiddels ontvangen.

2.2.4 Overige vorderingen (€ 136,3 mln.)
Onder de balanspost overige vorderingen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:

Bijstand en Sociale zekerheid (€ 22 mln.)
De openstaande vorderingen van alle aan de bijstand en overige sociale zekerheden gerelateerde regelingen is € 83,7 mln. De ervaring leert dat een deel van deze vorderingen nooit wordt terugontvangen. Dit oninbare deel is opgenomen in een voorziening en bedraagt € 61,7 mln.

Gemeentelijke kredietbank (€35 mln.)
De kortlopende kredietportefeuille van de GKB bevat een saldo van €7,5 mln. Dit betreft enerzijds persoonlijke leningen om te voorkomen dat mensen in een zwaarder en langdurig traject van schuldhulpverlening terecht komen anderzijds betreft dit leningen aan statushouders voor woninginrichting. De overige portefeuilles van de GKB, Pandhuis Kredieten van € 22,1 mln. is nagenoeg niet gewijzigd en het saldo van de kortlopende hypotheken is € 5,4 mln.
Gemeentelijke belastingen (€ 30,6 mln.)
Dit betreffen opgelegde en nog op te leggen gemeentelijke belastingen. Binnen de bovenvermelde debiteurenstand is rekening gehouden met een voorziening voor oninbare debiteuren. Deze voorziening is gevormd op basis van ervaringscijfers en een risico-inschatting per ultimo 2019. De voorziening bedraagt € 9,3 mln. De vorderingen inzake gemeentelijke belastingen bestaan uit: afvalstoffenheffing, omgevingsvergunningen, onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting en rioolrechten.

Erfpacht (€ 7,9 mln.)
De jaarlijks verschuldigde canons zijn in rekening gebracht bij de erfpachters. Grotendeels van het openstaande bedrag heeft betrekking op de facturen over de periode juli tot en met december 2019 die eind december 2019 zijn gefactureerd. Hiervan is de betalingstermijn nog niet verstreken. Bij erfpacht wordt geen voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen, aangezien de waarde van de opstallen een stuk zekerheid voor de gemeente is voor de te ontvangen erfpachtcanons. Tevens wordt bij de verkoop van een opstal op erfpachtgrond de eventuele achterstand bij aktepassering door de notaris verrekend. Zonder de verrekening van de eventuele achterstand kan de woning of het bedrijfspand niet verkocht worden.

Grondbedrijf/Uitgiften (€18,1 mln.)
De vorderingen m.b.t. uitgegeven gronden zijn met € 4,4 mln. gestegen t.o.v. 2018. Er zijn aan het eind van het jaar meer uitgiften geweest dan voorgaande jaren.

Overige grote posten (€ 22,7 mln.)
Naast de hiervoor genoemde vorderingen zijn nog een aantal grote posten te benoemen, te weten:
€ 3,4 mln. Vordering op SVB in het kader van diverse PGB-regelingen
€ 6,9 mln. Vordering Ambulancedienst op RAV Haaglanden: o.b.v. uitgevoerde ritten ambulances;
€ 2,1 mln. voorschotten Jeugdhulp.

2.2.5 Overige uitzettingen (€102,9 mln.)
Op deze balanspost staat de bijstortverplichting (collateral) die de gemeente heeft als gevolg van de derivaten contracten. De bijstortverplichting is het verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde van de afgesloten derivaten contracten per 31 december 2019 die de gemeente in depot bij de BNG heeft gestort met een rentevergoeding. De hoogte van deze bijstortverplichting fluctueert maandelijks. In geval van verkoop of ineffectiviteit van de derivaten leidt dit tot een exploitatieresultaat.

De hoogte van de waarborgsom (collateral) is afhankelijk van de hoogte van de lange rente aan het eind van iedere maand. De rente per 31 december 2019 is lager dan de rente per 31 december 2018, waardoor de collateral is gestegen.