Bezuinigingen gemeentelijk apparaat
Portefeuillehouders: Saskia Bruines
In het coalitieakkoord 2018-2022 was een taakstelling opgenomen voor de gemeentelijke apparaatskosten. Deze taakstelling loopt op naar € 12 mln. in 2021, waarvan € 3 mln. in de begroting 2019 is opgenomen. Daarnaast is incidenteel € 5,8 mln. taakstelling in de begroting 2019 verwerkt om het tekort in de Centrale Bedrijfsvoeringsreserve op te vangen, dat ontstaan is in 2018. Tenslotte is nog sprake van bestaande structurele tekorten, waarvan € 3,5 mln. drukt op 2019 (zie ook (RIS302908).
Opgave | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Efficiencybezuiniging organisatie | 3.000 | 6.000 | 9.000 | 12.000 |
Structureel tekort bedrijfsvoering | 3.500 | 5.750 | 5.750 | 5.750 |
Herstelplan | 5.800 | 5.800 | ||
Totaal | 12.300 | 17.550 | 14.750 | 17.750 |
Opgenomen in business cases | 6.500 | 11.750 | 14.750 | 17.750 |
De opgave voor 2019 (€ 12,3 mln.) is voornamelijk met incidentele maatregelen ingevuld, zoals een versobering van de interne dienstverlening en een vacaturestop.
Aan de totale structurele financiële opgave (17,8 mln.) wordt invulling gegeven met businesscases die leiden tot kwaliteitsverbetering en meer efficiëntie in de bedrijfsvoering. Dit betreft een samenhangende aanpak waarin primair gekeken wordt naar de besparingen ten aanzien van externe inhuur, inkoop, huisvesting en met behulp van digitalisering. Daarbij is ook ruimte gevonden om te investeren in de verdere organisatieontwikkeling: digitalisering van in- en externe dienstverlening, investeren in competenties en werkplezier van onze medewerkers.
De druk op de gemeentelijke organisatie en de bedrijfsvoering is aanzienlijk. Daarom zijn de sturing op en beheersing van de kosten voor bedrijfsvoering versterkt. Onder andere door een versterkte control op het aangaan van verplichtingen voor interne dienstverlening en het doorlichten van de begroting, zoals aangekondigd in de achtmaandsrapportage 2019 (RIS303584).